Statuten NTV Kralingseveer
de statuten van de Nutstuinvereniging Kralingseveer, 6 december 2018
DEFINITIES Onder de navolgende begrippen wordt in deze statuten verstaan: AVVN: Algemeen Verbond van Volkstuinders Verenigingen in Nederland. gebied: een oppervlakte grond van een bepaalde grootte gelegen in de gemeente Rotterdam. gebruiker: een natuurlijk persoon die een klein gedeelte van het volkstuinpark in gebruik heeft van de onderhuurder en als zodanig een tuin onderhoudt. kwaliteitseisen: betreft een lijst van geboden en verboden voor zowel nuts- als verblijfstuinen die betrekking hebben op het gebruik van de tuin en die door de Gemeente Rotterdam zijn opgelegd. De kwaliteitseisen worden zowel in een overeenkomst als in een reglement opgenomen. onderhuurder: een vereniging met rechtspersoonlijkheid die een volkstuinpark huurt van de huurder. onderhuurovereenkomst: de overeenkomst die een vereniging aangaat met Stichting Volkstuinen in Nederland (SVIN). nutstuin: een tuin met groente- en fruitgewassen, zonder huisje voor verblijf, hooguit met een bescheiden plantenkas en/of een gereedschapskist voor (tuin)gereedschappen en dergelijke. plattegrond: overzichtstekening van het volkstuinpark. SVIN: Stichting Volkstuinen in Nederland. verblijfstuin: een verblijfstuin is een particuliere tuin die voor recreatieve doeleinden wordt gebruikt en niet bij de eigen woning ligt. Voornamelijk bedoeld als (recreatieve) siertuin en/of de verbouw van groenten/fruit, veelal voorzien van een bescheiden tuinhuisje, waarbij het huisje economisch eigendom is van de gebruiker. vereniging: een volkstuinpark, georganiseerd als vereniging met rechtspersoonlijkheid naar Nederlands recht (boek 2 BW), waarmee Stichting Volkstuinen in Nederland (SVIN) een onderhuurovereenkomst sluit. (volks)tuin: een (volks)tuin is een particuliere tuin die voor recreatieve doeleinden wordt gebruikt en niet bij de eigen woning ligt. Een volkstuin kan een nutstuin of een verblijfstuin zijn. volkstuinpark: een verzameling nutstuinen, verblijfstuinen of een combinatie daarvan. Meestal heeft het verblijfstuinencomplex een publiek- en daarmee semi-openbaar karakter. verhuurd oppervlak volkstuin: het grondoppervlak van het volkstuinpark zoals op basis van NEN 2580-meting is berekend.
ARTIKEL 1. NAAM, ZETEL EN DUUR 1. De vereniging draagt de naam: Nutstuinvereniging Kralingseveer die in de statuten en reglementen verder wordt aangeduid met: “de vereniging”. 2. De vereniging is gevestigd te Rotterdam. 3. De vereniging is opgericht op zevenentwintig februari negentienhonderd tweeënnegentig. 4. Het boekjaar, tevens verenigingsjaar, is gelijk aan het kalenderjaar. 5. De vereniging is lid van het “Algemeen Verbond van Volkstuinders Verenigingen in Nederland”, hierna te noemen: “AVVN”. 6. De vereniging is ingeschreven in het handelsregister, dat gehouden wordt door de Kamer van Koophandel.
ARTIKEL 2. ORGANEN Organen van de vereniging zijn: 1. het bestuur en 2. de algemene vergadering, alsmede 3. personen en commissies die op grond van de statuten door de algemene vergadering zijn belast met een nader omschreven taak en aan wie daarbij beslissingsbevoegdheid is toegekend.
ARTIKEL 3. DOEL 1. De vereniging stelt zich ten doel: a. het bevorderen van het amateurtuinieren; b. het behoud van het huidige volkstuinenpark op het perceel aan de IJsselmondselaan 183, 3064 AS Rotterdam; c. het in gebruik geven van volkstuinen onder haar leden; d. het behartigen van de belangen van de leden.
ARTIKEL 4. LEDEN 1. De vereniging kent leden. 2. Leden zijn die meerderjarige personen die als lid zijn toegelaten, die wonen in Rotterdam en aan wie één tuin in gebruik is gegeven. Een lid kan afkomstig zijn uit de regio Rotterdam, uitsluitend en alleen indien er geen enkele gegadigde voor een tuin gevonden kan worden afkomstig uit Rotterdam, en dus sprake is van dreigende leegstand. 3. Het lidmaatschap van de vereniging heeft betrekking op de tuin die aan het lid in gebruik is gegeven. 4. Aan een lid kan slechts één tuin in gebruik worden gegeven. 5. Het bestuur beslist over de toelating tot het lidmaatschap. Bij niet toelating door het bestuur als lid kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten. 6. De vereniging houdt een ledenadministratie bij, waarin de gegevens van leden zijn opgenomen, waaronder de naam/geboortedatum/adres/geslacht/ emailadres en telefoonnummer van de leden. 7. Indien het lid hiermee instemt kunnen schriftelijke mededelingen aan of van de (organen van de) vereniging geschieden door een langs elektronische weg toegezonden bericht aan het adres dat door het lid voor dit doel bekend is gemaakt.
ARTIKEL 5. RECHTEN, PLICHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN DE LEDEN 1. Leden van de vereniging zijn verplicht: a. de statuten en de reglementen van de vereniging en de besluiten van haar organen na te leven; b. de belangen van de vereniging niet te schaden; c. door de overheid terzake van het gebruik van tuinen aan de vereniging gegeven voorschriften en/of aanwijzingen na te leven; d. alle overige verplichtingen welke de vereniging in naam van haar leden aangaat, of welke uit het lidmaatschap van de vereniging voortvloeien, te aanvaarden en na te komen. 2. Het bestuur is bevoegd aan de leden verplichtingen van financiële en andere aard op te leggen, en ook om ten behoeve van de leden verbintenissen, via het zogenaamde ledencontract, aan te gaan. 3. De vereniging kan, voor zover uit de statuten niet het tegendeel voortvloeit, ten behoeve van de leden rechten bedingen en voor zover dit in de statuten uitdrukkelijk is bepaald, te hunnen laste verplichtingen aangaan. Tenzij een lid zich hiertegen verzet, kan de vereniging ten behoeve van een lid nakoming van die rechten en schadevergoeding vorderen. 4. Een lid is voor iedere aan hem in gebruik gegeven tuin verplicht een door de algemene vergadering vastgesteld inschrijfgeld en/of borgsom te voldoen. 5. Indien een lid niet tijdig aan een financiële verplichting voldoet, is hij vanaf de vervaldatum in verzuim en is het lid aan de vereniging de wettelijke rente verschuldigd. Indien het lid na een nieuw gestelde termijn nog niet volledig aan zijn financiële verplichtingen heeft voldaan, is hij buitengerechtelijke kosten verschuldigd zoals bepaald in het Besluit Vergoeding voor Buitengerechtelijke Incassokosten (WIK) zoals ingegaan per één juli tweeduizend twaalf en bij wijziging van deze wetgeving, conform de van dan af geldende wetten en regelgevingen inzake.
ARTIKEL 6. VERPLICHTINGEN VAN DE LEDEN TEN BEHOEVE VAN DE STICHTING VOLKSTUINEN IN NEDERLAND (SVIN) 1. De Gemeente Rotterdam heeft met de Stichting Volkstuinen in Nederland (SVIN) een huurovereenkomst gesloten. De vereniging heeft met SVIN een onderhuurovereenkomst gesloten waaruit ten behoeve van de aangesloten leden verplichtingen kunnen voortvloeien. 2. Het bestuur behoeft voor het wijzigen van de onderhuurovereenkomst met SVIN de voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering. 3. Het reglement kwaliteitseisen, dat tevens onderdeel uitmaken van de onderhuurovereenkomst tussen SVIN en de vereniging is op alle leden van de vereniging van toepassing. 4. Het reglement kwaliteitseisen treedt in de vereniging in werking op de door het bestuur van de vereniging met SVIN overeengekomen datum, van welke datum het bestuur aan de leden via een publicatie mededeling doet. 5. Het bestuur van de vereniging kan binnen een termijn van twee weken reageren op voorgestelde wijzigingen van het reglement kwaliteitseisen. Het stichtingsbestuur van SVIN neemt de reactie van het bestuur in overweging bij het besluit tot reglementswijziging. 6. Wijzigingen in het betreffende reglement treden in werking op de door het stichtingsbestuur van SVIN vastgestelde datum. Het bestuur van de vereniging doet van deze datum alsmede van de wijzigingen in het reglement kwaliteitseisen via een publicatie mededeling aan de leden. 7. De vereniging is niet bevoegd zelf een wijziging in het reglement kwaliteitseisen aan te brengen. 8. Tenzij in het reglement kwaliteitseisen anders is bepaald, is het reglement op de leden van de vereniging van toepassing volgens de laatste, door het stichtingsbestuur van SVIN vastgestelde versie, zoals gepubliceerd op de website van SVIN. 9. De vereniging en haar leden aanvaarden te allen tijde en zonder enig voorbehoud volledig de toepasselijkheid van het overeengekomen reglement kwaliteitseisen van SVIN. 10. De verplichting om het bedoelde reglement te aanvaarden en na te komen geldt voor de leden tevens als een verplichting in de zin van artikel 27 van Boek 2 respectievelijk als een verbintenis van de leden in de zin van artikel 34a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. 11. De leden aanvaarden voor de duur van hun lidmaatschap van de vereniging de in dit artikel te hunnen laste door de vereniging in de onderhuurovereenkomst met SVIN aangegane verplichtingen, alsmede voor de duur na de beëindiging van hun lidmaatschap indien zij nog betrokken zijn bij de afhandeling van de verplichtingen die voortkomen uit het lidmaatschap.
ARTIKEL 7. RECHTEN EN VERPLICHTINGEN MET BETREKKING TOT DE TUIN 1. Het bestuur geeft een lid voor de duur van het lidmaatschap één tuin in gebruik en bepaalt welke tuin. 2. Het lid aanvaardt een tuin in de staat waarin deze verkeert en aanvaardt ook de omgeving waarin de tuin is gelegen en vrijwaart de vereniging voor alle zichtbare en onzichtbare gebreken. 3. In de door het lid aan de vereniging per tuin verschuldigde contributie zijn begrepen alle op zijn tuin rustende lasten, waaronder door de vereniging aan derden, waaronder de overheid en het AVVN verschuldigde bedragen. De algemene vergadering stelt vast op welke wijze de lasten van de vereniging over de leden worden omgeslagen. De contributie dient op de door het bestuur aangegeven wijze binnen de gestelde betalingstermijn te zijn voldaan. Gespreide betaling is uitsluitend mogelijk na daarvoor van het bestuur verkregen schriftelijke toestemming en op een door het bestuur schriftelijk aangegeven wijze. 4. Het bestuur kan een lid toestaan om na vooraf verkregen toestemming van het bestuur op de aan het lid in gebruik gegeven tuin(en) een tuinhuisje en andere bouwsels te plaatsen en beplantingen aan te brengen, welke naar aard, omvang en gebruik moeten voldoen aan de door het bestuur en door de overheid daaraan gestelde eisen. Deze eisen worden in een afzonderlijk reglement vastgelegd. 5. Een lid is verplicht zijn bouwsels en beplantingen in volle eigendom te bezitten en goed en regelmatig te onderhouden. Het is het lid niet toegestaan de bouwsels en beplantingen tot meerdere zekerheid aan anderen dan de vereniging in onderpand te geven of over te dragen, met uitzondering van die gevallen waarvoor schriftelijke toestemming van het bestuur is verkregen. 6. Ter voldoening van al wat een lid op grond van zijn lidmaatschap aan de vereniging verschuldigd is, geeft het lid door aanvaarding van zijn lidmaatschap al zijn (toekomstige) bouwsels en beplantingen tot meerdere zekerheid aan de vereniging in pand. Bovendien verleent het lid door aanvaarding van zijn lidmaatschap een onherroepelijke machtiging aan de vereniging om tot verkoop of verwijdering van de bouwsels en beplantingen over te gaan indien hij in gebreke blijft aan enige financiële verplichting te voldoen, nadat hem door het bestuur een laatste termijn is gegund om alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen. 7. Blijft het lid na die laatste termijn in gebreke aan zijn verplichtingen tegenover de vereniging te voldoen, dan is het bestuur gerechtigd om al wat de vereniging op grond van het lidmaatschap van het lid te vorderen heeft, te verrekenen met wat de vereniging, van het lid onder zich heeft of zal krijgen en met de opbrengst van de verkoop van de bouwsels en beplantingen. De kosten van de verkoop en/of verwijdering komen voor rekening van het lid. 8. Het lid machtigt het bestuur onherroepelijk om in een voorkomend geval de bij hem in gebruik gegeven tuin(en) en bouwsels te betreden om uitvoering te geven aan het in dit artikel bepaalde. 9. Met voorafgaande toestemming van het bestuur is een lid gerechtigd om bij beëindiging van zijn lidmaatschap zijn bouwsels en beplantingen aan een ander lid of een toe te laten lid te verkopen. a. Indien geen verkoop of overdracht van bouwsels en beplantingen heeft plaatsgevonden, dient het lid op de datum van beëindiging van zijn lidmaatschap zijn tuin als “zwarte grond” (dat wil zeggen ontdaan van alle bouwsels en beplantingen) ten genoegen van het bestuur aan de vereniging op te leveren. b. Blijft hij hiermede na een hem gestelde termijn in gebreke, dan wordt/worden de tuin(en) voor rekening van het lid in de lid 9 onder a vermelde staat gebracht. In dat geval wordt het lid geacht onherroepelijk afstand te hebben gedaan van zijn op of in zijn tuin(en) bevindende eigendommen. Ingeval van ontzetting of opzegging door de vereniging bepaalt het bestuur de datum waarop aan het in dit artikel bepaalde dient te zijn voldaan.
ARTIKEL 8. GESCHILLENBESLECHTING 1. Het in dit artikel bedoelde bindend advies of bemiddeling is van toepassing op alle leden van vereniging. 2. In geval van een overtreding van de statuten, van een reglement en/of van een besluit is er sprake van een overtreding en is het bepaalde in artikel 7 van toepassing. 3. Geschillen tussen leden onderling, leden en een orgaan van de vereniging niet zijnde de algemene vergadering of organen van de vereniging, niet zijnde de algemene vergadering, onderling welke samenhangen met of voortvloeien uit de doelstelling van de vereniging worden naar keuze van betrokkene beslecht door: a. bindend advies volgens het Reglement Conflictbeslechting van het AVVN; b. bemiddeling volgens het Reglement Conflictbeslechting van het AVVN. 4. Indien volgens een lid zich een geschil voordoet, komt hij met de andere betrokkene(n) tot overeenstemming over een in lid 3 vermelde wijze van geschillenbeslechting. Betrokkenen doen hiervan schriftelijk mededeling aan het bestuur van het AVVN die het geschil in behandeling neemt met inachtneming van het toepasselijke reglement. De toepasselijkheid van het genoemde reglement van het AVVN gelden voor de leden als een verplichting die uit het lidmaatschap van de vereniging voortvloeit. De leden die bij het geschil zijn betrokken verklaren uitdrukkelijk het toepasselijke reglement van het AVVN op hen van toepassing en verklaren bedoeld reglement na te leven en zich daarbij te richten naar de aanwijzingen die door het bestuur van het AVVN of de met onderscheidenlijk bindend advies of bemiddeling belaste personen aan hen worden gegeven. 5. Geschillen tussen de vereniging en een lid kunnen alleen aan bemiddeling, zoals bedoeld in lid 3 onder b worden onderworpen, voor zover geen inbreuk wordt gemaakt op de wet, de statuten, een reglement of op een besluit van een orgaan van de vereniging. 6. Het in lid 3 genoemde reglement wordt vastgesteld en gewijzigd door het AVVN. Een wijziging in een in lid 3 genoemd reglement treedt in werking op de datum die is bepaald door het daartoe bevoegde orgaan van het AVVN.
ARTIKEL 9. EINDE LIDMAATSCHAP 1. Het lidmaatschap eindigt: a. door de dood van het lid; b. door opzegging door het lid; c. door opzegging door de vereniging; d. door ontzetting. 2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts geschieden tegen het einde van een boekjaar. Zij geschiedt schriftelijk aan het bestuur met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste vier weken. Indien een opzegging niet tijdig heeft plaatsgevonden, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende boekjaar. Het lidmaatschap eindigt onmiddellijk: a. indien redelijkerwijs van het lid niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren; b. binnen een maand nadat een besluit waarbij de rechten van de leden zijn beperkt of hun verplichtingen zijn verzwaard, aan een lid bekend is geworden of medegedeeld, tenzij het betreft een wijziging van de geldelijke rechten en verplichtingen; c. binnen een maand nadat een lid een besluit is meegedeeld tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm, tot fusie of tot splitsing. 3. Opzegging van het lidmaatschap namens de vereniging kan door het bestuur worden gedaan: vanaf één augustus van het lopende boekjaar wanneer een lid na daartoe bij herhaling schriftelijk te zijn aangemaand op één juli niet volledig aan zijn geldelijke verplichtingen jegens de vereniging voor het lopende boekjaar heeft voldaan of tegen het einde van het lopende boekjaar wanneer het lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten die op dat moment door de statuten voor het lidmaatschap worden gesteld. 4. De opzeggingstermijn is ten minste vier weken. Indien een opzegging tegen het einde van het lopende boekjaar niet tijdig heeft plaatsgevonden, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende boekjaar. 5. De opzegging kan evenwel onmiddellijke beëindiging van het lidmaatschap tot gevolg hebben, wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren. De opzegging geschiedt steeds schriftelijk met opgave van de redenen. 6. Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt of wanneer het lid de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Zij geschiedt door het bestuur, dat het lid zo spoedig mogelijk van het besluit in kennis stelt, met opgave van de redenen. Het betrokken lid is bevoegd binnen één maand na de ontvangst van de kennisgeving in beroep te gaan bij de algemene ledenvergadering. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst. Een geschorst lid heeft geen stemrecht. 7. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een boekjaar eindigt, blijft de jaarlijkse bijdrage voor het geheel door het lid verschuldigd, tenzij het bestuur anders beslist. 8. Behalve in geval van dood en ontzetting, blijft een lid dat heeft opgezegd nog lid zolang het lid niet heeft voldaan aan zijn geldelijke verplichtingen tegenover de vereniging, of zolang enige andere aangelegenheid waarbij het lid betrokken is niet is afgewikkeld, alsmede de verkoop of overdracht van zijn bouwsels en beplantingen daaronder begrepen. In bedoelde gevallen stelt het bestuur de datum vast waarop het lidmaatschap eindigt. a. Indien het lidmaatschap van het lid eindigt als gevolg van één van de onder lid 1 sub a, b of c genoemde gronden, heeft mits de door het lid ten aanzien waarvan het lidmaatschap is geëindigd de over het lopende boekjaar verschuldigde contributie is voldaan diens echtgeno(ot)e), partner of één van diens daartoe schriftelijk door het lid aangewezen meerderjarige kinderen het recht om als lid van de vereniging te worden toegelaten. b. Het verzoek tot toelating als lid op grond van het bepaalde onder a dient, tenzij het bestuur anders bepaalt, binnen één week na het eindigen van het lidmaatschap schriftelijk aan het bestuur te worden verzocht bij gebreke – 8 – waarvan het recht tot toetreding is vervallen. c. Indien van de onder a genoemde mogelijkheid tot toetreding gebruik wordt gemaakt, dan zal, deze persoon geacht worden het lidmaatschap, van het gewezen lid ten aanzien van dezelfde tuin(en) te hebben voortgezet. Dit brengt onder meer met zich mee dat er terzake van de toetreding geen entreegeld verschuldigd zal zijn; de tuin(en) aan het toegetreden lid in gebruik worden gegeven in de staat waarin deze zich ten tijde van het eindigen van het lidmaatschap van het lid ten aanzien waarvan het lidmaatschap is geëindigd bevond(en), waarbij de tussen het eindigen van het lidmaatschap van het lid en de toetreding van het nieuwe lid gelegen periode geacht wordt geen wijziging te hebben gebracht in de staat van de tuin; het toegetreden lid over het lopende boekjaar geen contributie verschuldigd is.
ARTIKEL 10. BESTUUR 1. Het bestuur bestaat uit ten minste drie natuurlijke personen, die uit hun midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aanwijzen. a. Het lidmaatschap van het bestuur is niet verenigbaar met het lidmaatschap van de kascommissie. b. Personen, die een gemeenschappelijke huishouding voeren, kunnen niet tegelijkertijd in het bestuur zitting hebben. 2. De leden van het bestuur worden door de algemene vergadering uit de leden benoemd. Ieder bestuurslid is tegenover de vereniging gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn taak. 3. Bestuursleden worden benoemd voor de duur van vier jaar. Onder een jaar wordt in dit verband verstaan de periode tussen twee opeenvolgende jaarlijkse algemene vergaderingen. Een aftredend bestuurslid is onmiddellijk herbenoembaar. 4. In een tussentijdse vacature in het bestuur wordt door de algemene vergadering zo mogelijk binnen vier maanden voorzien. 5. Bestuursleden kunnen te allen tijde onder opgaaf van redenen door de algemene ledenvergadering worden geschorst en ontslagen. De algemene ledenvergadering besluit tot schorsing of ontslag met een meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte stemmen. De schorsing eindigt wanneer de algemene ledenvergadering niet binnen drie maanden daarna tot ontslag heeft besloten. Het geschorste bestuurslid wordt in de gelegenheid gesteld zich in de algemene ledenvergadering te verantwoorden en kan zich daarbij door een raadsman doen bijstaan. 6. Het lidmaatschap van bestuur eindigt door overlijden, door ontslag en bedanken.
ARTIKEL 11. TAKEN EN BEVOEGDHEDEN BESTUUR EN VERTEGENWOORDIGING 1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging. 2. Indien het aantal bestuursleden beneden drie is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering te beleggen waarin de voorziening in de vacature(s) aan de orde komt. 3. Het bestuur is, na voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een ander verbindt. Het vorenstaande is niet van toepassing op het in gebruik geven van tuinen. 4. Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee bestuursleden gezamenlijk.
ARTIKEL 12. COMMISSIES Het bestuur en de algemene vergadering zijn bevoegd permanente en tijdelijke commissies in te stellen en op te heffen, alsmede hun benoeming, samenstelling, taken en bevoegdheden te regelen, voor zover deze niet geregeld zijn in de statuten of in de reglementen. Commissies zijn verantwoording verschuldigd aan het orgaan dat hen heeft ingesteld.
ARTIKEL 13. BESLUITVORMING 1. Tenzij in de statuten of in de reglementen anders is bepaald, worden besluiten in het bestuur, algemene vergaderingen en commissies genomen met een meerderheid van de uitgebrachte stemmen, met dien verstande dat ter bepaling van die meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen de ongeldige stemmen worden afgetrokken. 2. Ongeldig zijn stemmen die: blanco zijn, zijn ondertekend onleesbaar zijn, een persoon niet duidelijk aanwijzen, de naam bevatten van een persoon die niet kandidaat gesteld is, voor iedere verkiesbare plaats meer dan één naam bevatten, meer bevatten dan een duidelijk aanwijzing van de persoon die is bedoeld. 3. Onder meerderheid wordt verstaan meer dan de helft van de uitgebrachte geldige stemmen. 4. Indien de stemmen staken, is geen meerderheid behaald en is het voorstel verworpen. 5. Een lid kan in de algemene vergadering één stem uitbrengen. 6. Een lid kan een ander lid machtigen namens hem in de algemene vergadering zijn stem uit te brengen, met dien verstande dat ieder lid slechts door één ander lid kan worden gemachtigd. 7. Een volmacht kan alleen schriftelijk worden verleend en dient voor de aanvang van de vergadering aan de voorzitter te zijn overhandigd. 8. Alle stemmingen over zaken geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht. Over personen wordt schriftelijk gestemd bij ongetekende gesloten briefjes. 9. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen vindt een tweede stemming plaats. Heeft opnieuw niemand de volstrekte meerderheid verkregen dan vinden herstemmingen plaats, totdat hetzij een persoon de volstrekte meerderheid heeft verkregen, hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken. Bij gemelde herstemmingen (waarbij niet is begrepen de tweede stemming) wordt telkens gestemd tussen de personen op wie bij de voorafgaande stemming is gestemd. Op de persoon, op wie bij die herstemming het geringste aantal stemmen is uitgebracht, kunnen bij de daarop volgende nieuwe herstemming geen stemmen worden uitgebracht. Is bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen op meer dan één persoon uitgebracht, dan wordt door loting uitgemaakt, op wie van die personen bij de nieuwe stemming geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht. Ingeval bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het lot wie van beiden is gekozen. 10. In de algemene vergadering kunnen geen besluiten worden genomen of stemmingen worden gehouden over onderwerpen die niet op de agenda zijn geplaatst, tenzij ten minste twee/derden van de leden van de algemene vergadering instemmen met de behandeling van het onderwerp. 11. Het door de voorzitter uitgesproken oordeel over de uitslag van de stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voorzover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel de juistheid daarvan betwist, dan wordt het te nemen besluit schriftelijk vastgelegd en vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering dit verlangt of wanneer de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk gebeurde wanneer een lid dit verlangt. Door de nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming. 12. De bestuursvergaderingen en de algemene vergaderingen worden geleid door de voorzitter of, bij diens afwezigheid, door het oudste aanwezige bestuurslid. Zijn bij een algemene vergadering geen bestuursleden aanwezig, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
ARTIKEL 14. ALGEMENE VERGADERING 1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe die niet door de wet of door de statuten aan het bestuur of aan andere organen zijn opgedragen. 2. De algemene vergadering bestaat uit alle leden van de vereniging. 3. De algemene vergadering benoemt jaarlijks één of meer afgevaardigden die de vereniging vertegenwoordigen in de algemene vergadering van de AVVN. 4. Van het ter algemene ledenvergadering verhandelde worden notulen gehouden door de secretaris of door een door de voorzitter aangewezen persoon. Deze notulen worden in dezelfde of in de eerstvolgende algemene ledenvergadering vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de secretaris van die vergadering ondertekend.
ARTIKEL 15 BIJEENROEPING ALGEMENE VERGADERING 1. Jaarlijks wordt binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een algemene vergadering gehouden. De algemene vergadering wordt bij voorkeur gehouden in de gemeente waarin de vereniging haar zetel heeft. 2. De bijeenroeping gebeurt elektronisch met toevoeging van de agenda aan de bij de vereniging bekende e-mail adressen van de leden. 3. De termijn van oproeping bedraagt tenminste twee weken, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend. In bijzondere gevallen dit ter beoordeling van het bestuur kan deze termijn worden bekort. 4. Een buitengewone algemene vergadering wordt gehouden indien het bestuur dit nodig oordeelt of tenminste zoveel leden als bevoegd zijn tot het uitbrengen van één/tiende gedeelte van de stemmen in de algemene vergadering. In laatstbedoeld geval moet de wens daartoe onder opgave van het te behandelen onderwerp, voorzien van een toelichting, schriftelijk aan het bestuur kenbaar worden gemaakt. 5. Indien het bestuur niet binnen veertien dagen na ontvangst van het onder lid 4 bedoelde verzoek gevolg heeft gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het bestuur een algemene vergadering bijeenroept of bij advertentie in ten minste één ter plaatse veel gelezen dagblad. De verzoekers kunnen dan anderen dan bestuursleden belasten met de leiding van de vergadering en het opstellen van de notulen. 6. Op de algemene vergadering komen in ieder geval aan de orde: a. vaststelling van de notulen van de vorige algemene vergadering; b. jaarverslag van het bestuur; c. het financieel jaarverslag van het bestuur over het afgelopen boekjaar; d. het verslag van de kascommissie; e. de vaststelling van de begroting voor het komende boekjaar; f. voorziening in eventuele vacatures; g. ingediende voorstellen.
ARTIKEL 16. TOEGANG ALGEMENE VERGADERING 1. De algemene vergadering is openbaar. Alle leden hebben toegang. Het bestuur beslist of anderen dan de leden toegang hebben tot de algemene vergadering. Een geschorst lid heeft slechts toegang tot de vergadering waarin het besluit tot zijn schorsing wordt behandeld en is bevoegd daarover dan het woord te voeren. 2. Een algemene vergadering gaat in een besloten zitting over indien de voorzitter, een lid van het bestuur of vier leden dit wensen. Tot een besloten zitting hebben toegang: het bestuur, de leden en diegenen die door de algemene vergadering daartoe worden toegelaten. Over wat in een besloten zitting is behandeld kan geheimhouding worden opgelegd aan hen die daarbij aanwezig of vertegenwoordigd waren.
ARTIKEL 17. REKENING EN VERANTWOORDING 1. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekening te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend. 2. Het bestuur brengt op de algemene vergadering, behoudens verlenging met een termijn van vijf maanden door de algemene vergadering, een jaarverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het bestuur legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de algemene vergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de bestuursleden. Ontbreekt de ondertekening van een bestuurslid, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. 3. Indien het bestuur niet in de algemene vergadering, of bij verlenging niet binnen de stelde termijn, overeenkomstig het bepaalde heeft gehandeld, kan ieder lid van de gezamenlijke bestuursleden in rechte vorderen dat zij deze verplichtingen nakomen. 4. Het bestuur is verplicht jaarlijks de in lid 2 bedoelde stukken te doen onderzoeken door de kascommissie, die hiervan schriftelijk verslag uitbrengt aan het bestuur en aan de algemene vergadering. 5. De kascommissie bestaat uit ten minste twee leden die door de algemene vergadering worden benoemd en die geen lid van het bestuur mogen zijn. 6. Het bestuur is verplicht de kascommissie voor haar onderzoek alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, hen desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage van de boeken en bescheiden van de vereniging te geven. 7. Goedkeuring door de algemene vergadering van het jaarverslag en van de rekening en verantwoording gebeurt nadat is kennisgenomen van het verslag van de kascommissie en strekt het bestuur tot decharge voor alle handelingen die uit de rekening en verantwoording blijken. 8. Het bestuur is verplicht de in dit artikel bedoelde bescheiden gedurende de daarvoor door de Wet vereiste termijn te bewaren.
ARTIKEL 18. GELDMIDDELEN 1. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit: a. de jaarlijks voor de leden per tuin vastgestelde vergoeding b. rente inkomsten c. overige afdrachten van de leden en baten. 2. Bij beëindiging van het lidmaatschap tijdens het boekjaar vindt geen terugbetaling plaats van door het lid reeds betaalde vergoedingen.
ARTIKEL 19. REGLEMENTEN EN UITVOERINGSBESLUITEN 1. De algemene ledenvergadering kan een of meer reglementen vaststellen en wijzigen, waarin onderwerpen worden geregeld waarin door deze statuten niet of niet volledig wordt voorzien. 2. Het reglement kwaliteitseisen wordt door het bestuur van SVIN vastgesteld na overleg en overeenstemming met de gemeente Rotterdam en niet door de algemene vergadering vastgesteld en gewijzigd. 3. Een reglement mag geen bepalingen bevatten, die strijdig zijn met de wet of met deze statuten.
ARTIKEL 20. STATUTENWIJZIGING 1. In de statuten kan geen wijziging worden gebracht dan door een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering bedraagt ten minste vier weken. 2. Voor een statutenwijziging is de voorafgaande goedkeuring nodig van het bestuur van SVIN. 3. Het bestuur draagt er zorg voor, dat in geval van een bijeenroeping van een algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging behalve vermelding in de oproepingsbrief voor de desbetreffende algemene vergadering, tenminste veertien dagen vóór de vergadering, een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage wordt gelegd tot na afloop van de dag waarop de algemene vergadering wordt gehouden. 4. Een besluit tot wijziging van de statuten kan slechts op een algemene vergadering met ten minste twee/derden van de uitgebrachte geldige stemmen worden genomen. 5. Het bepaalde in lid 1 en 3 is niet van toepassing indien in de algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het besluit tot statutenwijziging met algemene stemmen wordt genomen. 6. Een statutenwijziging treedt niet eerder in werking dan na hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd, dat bevoegd is de vereniging te vertegenwoordigen. 7. De leden van het bestuur zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en – 13 – van de gewijzigde statuten neer te leggen op het kantoor van het handelsregister van de Kamer van Koophandel, waarin de vereniging is ingeschreven.
ARTIKEL 21. ONTBINDING EN VEREFFENING 1. Een besluit tot ontbinding van de vereniging kan slechts worden genomen in een daartoe speciaal te houden algemene vergadering. 2. Het bepaalde in artikel 20 is, voor zover relevant, van overeenkomstige toepassing. 3. Indien de algemene vergadering tot ontbinding van de vereniging heeft besloten, treden de bestuursleden als zodanig als vereffenaars op, tenzij de algemene vergadering de vereffening aan één of meer anderen opdraagt. 4. De algemene vergadering benoemt een bewaarder die de boeken en bescheiden van de vereniging zal bewaren gedurende de door de wet vereiste termijn na afloop der vereffening. De algemene vergadering kan de bewaarder een bewaarloon toekennen. 5. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan, moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden “in liquidatie”. 6. De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaar bekende baten meer aanwezig zijn. 7. Tenzij de algemene vergadering bij haar besluit tot ontbinding een andere bestemming voor het batig saldo vaststelt, vervalt het batig saldo na vereffening aan de leden. Ieder lid ontvangt dan een gelijk deel.